donderdag 28 juni 2007

Op weg naar Televisie 2.0

Het medialandschap verandert snel, als gevolg van culturele en technologische ontwikkelingen. Televisie 1.0 heeft zijn waarde gedurende 50 jaar bewezen en nog steeds blijft de buis een prominente plaats innemen in het huishouden. Toch gaat televisie substantieel veranderen. Niet langer staat alleen het zenden centraal maar ook de inviduele wensen van de ontvanger. Zoals ook internet socialer wordt (Web 2.0), gloort er ook een Televisie 2.0 aan de horizon. Van massa, via niche naar individu. Van zender naar context & content organisator. Van passieve kijker naar actieve gebruiker.
Op Frankwatching wordt in drie delen de verandering die televisie doormaakt goed en uitvoerig beschreven. Hierin ook een aantal filmpjes met o.a. goede voorbeelden uit het buitenland (UK) waar we wat van kunnen leren. Een aanrader.

Zie ook de reactie van Albert Treur op Marketingfacts op deze artikelen. Denk inderdaad dat we nog niet toe zijn aan TV 2.0, maar met de mogelijkheden van interactieve televisie aan de vooravond van staan van TV 1.3 (zie deel 2 op Frankwatching).

Update: zie ook het stuk Top 10 tool voor Social Television . Hierin wordt een overzicht gegeven van tools waarmee je snel en gemakkelijk video communicatie kunt opzetten, soms zelfs live eigen live-uitzendingen of zelfs hele TV-kanalen kunt maken.

woensdag 27 juni 2007

So New York


LOST in 30 seconds

Werkt narrow casting?

Winkels en fabrikanten geven jaarlijks bijna twee miljard euro uit aan reclame in de winkel (t.o.v. 4.5 miljard aan netto mediabestedingen) zo schreef het AD maandag. Tv-schermen, displays en (kook)demonstraties zijn manieren om de consument te verleiden tot aankopen.

"In drie jaar tijd is de besteding aan deze instore-communicatie verdrievoudigd", zegt Bram Nauta van kenniscentrum Popai Benelux. "Dat is bijna een vijfde van al het geld dat voor reclame wordt uitgegeven". In 70% van de gevallen beslist de klant pas in de winkel welk product hij koopt". Alle supermarkten, AH voorop, zijn druk in de weer met lcd-schermen. "Ook postkantoren, Bruna, de pompshops van Shell en Total en niet te vergeten McDonald’s hebben deze manier van communicatie ontdekt".

Ook het aantal ‘proeverijen’ groeit. Nauta: "In Media Markt kwam ik laatst een demonstratie tegen van een koffiezetapparaat. Dat had ik toch eerder in een supermarkt verwacht". Dergelijke ‘proeverijen’ verhogen de omzet met honderden procenten, blijkt uit onderzoek van Popai.

Het gebruik van displays, uitstallingen in gangpaden, neemt een steeds hogere vlucht. Nauta: "Mensen lopen altijd routinematig door een winkel langs de schappen. Als er dan opeens een product in zo’n display staat, denken ze: hé, een aanbieding. En kopen het. Terwijl het soms helemaal geen aanbieding is".

Was laatst eens bij uitzondering in de McDonalds en moest toch constateren dat narrow casting daar wat mij betreft niet werkt. Geen geluid, slechte content en nauwelijks impact met als gevolg dat er geen hond kijkt. Ik denk dat narrow casting absoluut kan werken zeker als het betreffende product direct te koop is (aanbieding of niet), maar ik zou ook graag eens cijfers van cases zien!

Guerilla marketing: Nokia live advertising

Indeling Sociale Communities


Als aanvulling op het vorige bericht een artikel dat ik las ik net op Amazing Minds. Op het symposium Me The Media was Matt Locke, voormalig head of innovation bij de BBC en inmiddels de man achter de nieuwe media projecten van Channel 4, een van de sprekers. Zijn boodschap was "It’s not about me, it’s about we!"

De motivatie van mensen om dingen te doen komt volgens Locke vrijwel nooit voort uit technologische mogelijkheden, maar vooral uit zogenaamde microcommunities. Dit zijn communities waarbinnen mensen een intieme band hebben. Hierbij kan je denken aan je vriendengroep, je voetbalteam, je familie, je collega’s, etc. Het hart van de sociale media!

Microcommunities vormen op zichzelf het hart van de sociale media. Dit punt is cruciaal, want het betekent dat je als ontwikkelaar niet moet focussen op een 1:1 relatie met je gebruiker, maar veel meer deze microcommunities moet faciliteren. Om dit te kunnen doen, zal je een deel van de controle moeten loslaten, zodat microcommunities de ruimte hebben hun eigen spelregels te maken.

Myspace of Yourspace?
Locke maakt onderscheid in verschillende spaces, die allemaal op hun eigen manier microcommunities ondersteunen:
*Secret spaces:
connectie via sms, instant messenger, twitter, etc.
In secret spaces wordt een connectie gemaakt over informatie die niet direct met de buitenwereld gedeeld hoeft te worden. Hierbij kan je denken aan gesprekken tussen pubers, maar bijvoorbeeld ook aan de overnamegesprekken tussen ABN Amro en Barclays.
*Group spaces:
connectie via facebook, hyves, Linkedin, etc.
De group spaces zijn vooral een versterking van het ‘vriendennetwerk’, waarbij een connectie wordt gemaakt over gemeenschappelijke interesses.
*Publishing spaces:
connectie via LastFM, blogger, flickr, etc.
Publishing spaces zijn ruimten waar mensen uit kunnen vinden wie ze zijn en hoe ze klinken in de rest van de wereld. Het is een space waar mensen hún waarheid kunnen publiceren en daarover in discussie kunnen gaan.
*Performing spaces:
connectie via World of Warcraft, Second Life, etc.
De performing spaces lijken zeer sterk op publishing spaces, al ligt bij performing spaces meer de nadruk op het gedrag dat mensen vertonen in bepaalde situaties
*Participation spaces:
connectie via bijeenkomsten, markten, events, etc. De participation spaces worden gevalideerd door offline connecties. Daarmee zijn het bij uitstek spaces waar de online wereld en offline wereld samenkomen, waar een online microcommunity zich offline manifesteert.
*Watching spaces:
connectie via tv, optredens, theatervoorstellingen, etc.
De watching spaces draaien minder om actieve participatie, maar meer om gedeelde ervaringen binnen een microcommunity.

Deze indeling van spaces is in mijn ogen erg interessant, omdat elke space op een andere manier microcommunities ondersteunt. De vraag is dan hoe je merk of product past binnen welke space en communitie. Vervolgens de uitdaging hoe je dit RELEVANT voor JOUW doelgroep kan maken (zie als voorbeeld TomTom's Mapshare).

Marketeers zijn nog te voorzichtig met online sociale netwerken


MarketResponse deed onderzoek naar het gebruik van online sociale netwerken. De uitkomst: ze worden gebruikt door consumenten, maar nog niet door marketeers. 'De meeste marketeers hebben nog geen idee hoe ze moeten omgaan met deze ontwikkelingen'. De bekendheid van de sociale netwerken is hoog: 62% van de ondervraagden kent ze. 32% van de respondenten bezoekt ze ook.

Hyves is de bekendste social network site met 97% bekendheid bij de respondenten. Het gebruik ligt op 81% onder de onderzochte groep. MySpace komt niet verder dan een bekendheid van 62% en 39%gebruik. SecondLife is iets minder bekend: 58%. Maar scoort qua gebruik erg laag: 12% is er maar geweest. LinkedIn is echt voor professionals: 9% kent het en 7% gebruikt het. De contact/dating sites worden door de helft gekend en door 20% gebruikt.

MarketResponse vroeg ook aan de respondenten of ze een rol zien weggelegd voor bedrijven op de online sociale communities. 53% is behoorlijk positief over reclame en promotie op de sites. 29% ziet het niet zitten. De bezoekers van de communities waarderen bedrijven overigens niet hoger op ‘visie’, ‘innovatie’ en ‘algemene exposure’ wanneer ze activiteiten ondernemen op communities.

Bart Götte van MarketResponse leidde het onderzoek: ‘Met dit onderzoek zetten we een misvatting recht. In veel media worden gebruikers van deze communities neergezet als ‘niet sociaal’, maar dat zijn ze dus wel. Ze zijn waarschijnlijk nog veel socialer dan niet-gebruikers. Ze zijn behoorlijk actief op dit gebied en sporten bijvoorbeeld ook meer dan gemiddeld.’

Na de presentatie van de cijfers had MarketResponse een vijftal demo’s georganiseerd om aan de bezoekers (veel marketeers) te laten zien wat er op SecondLife, Hyves etc. gebeurt. Götte: 'Ik was verbaasd dat de meeste bezoekers een site als Hyves voor het eerst zagen. Het experimenteergedrag van de marketeers is toch laag. Te laag, zou ik durven zeggen'.

SecondLife is gehyped, maar zit echt voor in de productlife cyclus. Het moet zich nog verder ontwikkelen. Monitor wat er op die sites gebeurt en reageer niet te snel als je merk in het geding is. Er is nog veel te leren, maar doe dat dan ook. Ik constateer dat veel marketeers denken dat zij de eigenaar van een merk zijn, maar het is toch echt van de gebruikers. Stap dan ook af van dat alles-controlerende gedrag. Participeer!'

Helemaal mee eens! Experimenteer, meet de resultaten en trek gedegen conclusies hoe de resultaten zich verhouden t.o.v. de inzet van andere mediakanalen (awareness, voorkeur, loyalty, WOM, PR, bereik, kosten, etc.)
Via Marketingonline.nl

maandag 25 juni 2007

Did You Know 2.0

Bekijk deze video!

Proef Mercedes


BBDO heeft in Duitsland een bijzondere guerilla-actie uitgerold om meer ‘proefritten’ te genereren voor Mercedes. Leuke actie, maar na het lezen van het artikel in Tijdschrift voor Marketing over de klantgerichtheid van de autobranche, heb ik zo mijn twijfels over de opvolging van een dergelijke actie.

Virtueel bouwen aan merkloyaliteit

v
Ik kwam op Menswerk het bericht tegen dat de Rabobank voor Rabo Mobiel, de mobiele tak van de Rabobank, haar virtuele medewerker Lisa ons laat adviseren over de keuze uit telefoons. Lisa is een Bot die ons virtueel de weg wijst.

Chatbots worden vooralsnog vooral in de MSN Messenger gebruikt. Als een virtuele buddy in je buddylist waarmee gebruikers kunnen chatten. De bot analyseert de vragen van de gebruiker en geeft een intelligente reactie. Deze reacties kunnen bestaan uit antwoorden met links naar een website. Iedereen kan een chatbot toevoegen aan zijn vriendenlijstje. In Nederland hebben in totaal zo'n half miljoen gebruikers van MSN messenger één of meerdere chatbots in hun vriendenlijstje staan.

Wie een chatbot voor MSN Messenger wil maken, moet daarvoor een licentie hebben van Microsoft. Met die licentie is het onder meer mogelijk om een buddy aan te maken die meer dan 600 vriendjes heeft, aldus Hemel. In Nederland zijn Ecreation en Oberon twee gevestigde leveranciers van chatbots zoals Alice met meer dan 250.000 gebruikers, DrLove (Startpagina) en Finnu (Telefoongids)

De software die zorgt voor de automatische dialogen, kan ook zonder licentie worden gebruikt op bijvoorbeeld je eigen website. Zo heet Lisa je op de Rabosite gesproken welkom en vraagt je waar je naar zoekt. Vervolgens krijgt de bezoeker een aantal keuzes die aanklikbaar zijn. Daar gaat Lisa vervolgens gesproken op verder.

Ik moet zeggen dat ik de Rabobank over het algemeen zeer voortuitstrevend vind in haar marketing- en communicatietoepassingen (TV bankieren, Rabo Mobiel, Rabo Widgets). Lisa ziet er echter wel heel erg 2003 uit. Afgezien van de gedateerde look, feel and hear, is geen sprake van een echte dialoog en weet ze niet altijd een antwoord op de gemaakte keuze.

Maar goed uitgevoerd zie ik een grote toegevoegde waarde van dergelijke bots als het gaat om merkloyaliteit en het ontlasten van de customer support afdeling (Q&A's). En straks overal en altijd beschikbaar (mobiel, TV, TomTom etc.)!

CRM niet gezien als strategisch instrument


Ik las op Salesonline een toch wel opvallend bericht dat anno 2007 CRM in Nederland nog altijd niet gezien wordt als een strategisch instrument. Uit onderzoek blijkt dat minder dan de helft van de bedrijven een heldere CRM-strategie heeft geformuleerd.

Als een bedrijf een duidelijke strategie geformuleerd heeft richt deze strategie zich veelal op het stroomlijnen van de klantprocessen en het verhogen van de klanttevredenheid. CRM lijkt dus vooral gezien te worden als een strategisch instrument welke zich richt op bestaande klanten en niet zozeer op het werven van nieuwe klanten.

Ruim de helft van de ondervraagde organisaties is van mening dat de toegevoegde waarde van CRM (deels) onderschat wordt door het algemeen management. Een groot deel van de ondervraagde bedrijven is van mening dat bedrijven vaak meer aandacht hebben voor dan voor klantbehoud.

Bij bedrijven met een duidelijke CRM strategie is de aandacht voor klantwerving hoger dan bij de groep die geen CRM strategie heeft. Gregory Gruszka, directeur van SuperOffice Benelux herkent dit: “Veel bedrijven zien een CRM oplossing toch nog als een geavanceerde digitale kaartenbak en gaan hierbij voorbij aan de mogelijkheden die een CRM systeem kan bieden bij het ondersteunen van lead management en klantwerving. Dit terwijl het werven van nieuwe klanten een essentieel element is in het voortbestaan van elke onderneming.” Naast het werven van nieuwe klanten is een goede manier om het bedrijfsresultaat te verbeteren het verhogen van de klantloyaliteit.

Een goede CRM strategie richt zich dus niet alleen op het behoud van klanten maar speelt ook in op de mogelijkheden die CRM biedt bij het werven van nieuwe klanten. Daarnaast zal de strategie periodiek onder de loep genomen moeten worden om te kijken of deze nog voldoet aan de op dat moment geldende marktomstandigheden.

donderdag 21 juni 2007

Nu ook in Nederland: Pay Per Action via Google


Zeer binnenkort kunnen adverteerders ook in Nederland met een AdWords account gaan adverteren op basis van Pay Per Action (PPA).
Pay-per-action is a new pricing model that allows advertisers to pay only when a pre-defined action is completed on their site, such as when a user makes a purchase, signs up for a newsletter, or completes any other clearly defined action.

Hierbij wordt in plaats van een maximale CPC of CPM, een bedrag ingevuld wat men maximaal wilt uitgeven voor een conversie.
Op dit moment kan alleen worden geadverteerd op partnersites binnen het contentnetwerk welke zich voor PPA-ads hebben aangemeld. De advertenties worden vertoond in speciale PPA-blokken, zodat ze niet concurreren met bestaande Content en Site Targeting campagnes. Omdat dit er momenteel nog niet heel veel zijn, zal het te verwachten volume beperkt zijn. De conversies worden bijgehouden door de Google Conversion Tool welke zich binnen elk AdWords-account bevindt. De cookies van Google worden maximaal 30 dagen bewaard (Via Marketingfacts).

Ik ben heel benieuwd hoe de prijzen/kosten (ROI) gaan uitpakken en hoe de verhouding is ten aanzien van de conversie via ‘gewone’ kliks.

woensdag 20 juni 2007

3D Straatrelame: nieuwe trend?





Onderstaande foto is genomen in het Vondelpark en is een actie van Lipton als ondersteuning voor de Lipton-hole-in-one-Challange. Meer mooie voorbeelden vind je hier.

dinsdag 19 juni 2007

Widgets. Hoe groot is het fenomeen?


Internetonderzoeker ComScore meet voortaan het gebruik van webwidgets.
De widgets van Slide zijn wereldwijd het meest populair (117 miljoen unieke ´viewers´ in April 2007). Met Slide is het mogelijk om een foto-slideshow te maken en deze vervolgens te plaatsen op een profiel van bijvoorbeeld Hyves of MySpace. Opmerkelijk is dat YouTube niet in de top 10 voorkomt. Als er één bedrijf is dat ‘embedded content’ groot heeft gemaakt is het YouTube wel. Volgens comScore domineren de foto-gerelateerde widgets de topposities.

Waar vind ik een widget?
Inmiddels zijn er partijen opgestaan die als een soort directories fungeren. De bekendste zijn:
Widgetbox,
Google Gadgets
Widgipedia.com
Yahoo widgets

Wat hebben merken aan widgets?
Met widgets is het mogelijk
- informatie ín de widget te updaten
- functionaliteit aan te bieden, zoals het zoeken naar treintijden
- input van lezers op te vangen, bijvoorbeeld via chat of formulieren
- de widget in eigen look & feel te branden
- virale effecten te bewerkstelligen

Widgets evolueren met al deze eigenschappen tot interactieve, branded mini-applicaties die traffic en user data kunnen opleveren. Je kunt ze alleen niet inkopen zoals banners. De internetter bepaalt of hij en/of zijn lezers er wat aan hebben en of hij hem plaatst.

Om door te dringen tot het blikveld van jongeren wil de Rabobank onder meer widgets gaan inzetten (ze noemen het alleen gadgets). "Widgettechnologie is een belangrijke oplossing," zegt Willem de Jager van de Rabobank. Een widget waarmee een enkele handeling kan worden verricht, zoals het checken van het banksaldo, kan handig zijn voor jongeren. De Rabobank lanceerde begin dit jaar een eerste widget voor Windows Vista. Deze widget geeft via de desktop direct toegang tot Rabobank Beleggers TV.

maandag 18 juni 2007

TV belangrijkste nieuwsbron, maar hoe lang nog?


Televisie is nog steeds de belangrijkste bron voor nieuwsvoorzieing en informatie aldus een onderzoek van Harris Interactive. Zij onderzochten in zeven landen welke nieuwskanalen het meeste gebruikt worden. Kranten worden nog steeds gelezen en de meeste mensen kijken naar het televisiejournaal. Internet neemt die positie echter snel over, zo is de (niet verrassende) verwachting. Maar de manier hoe, waar en wanneer we televisie kijken zal de komende jaren behoorlijk veranderen (interactief, online, mobiel).

Zo gaat RTL Nederland de interactieve red button op de afstandsbediening voor het eerst in een televisieprogramma verwerken. De omroep start samen met de Rabobank, Chellomedia en UPC een pilot van het programma My First Home.

Om de kijker meer interactief te betrekken in een televisieprogramma wordt nu voor het eerst gebruik gemaakt van de red button die tijdens het programma op het scherm verschijnt. RTL Nederland werkte al eerder met de rode knop, maar alleen in commercials. De red button applicatie is ontwikkeld door Chellomedia Interactive Services.

In 'My First Home', een programma voor starters op de woningmarkt, kan de kijker kiezen voor meer informatie over de producten en diensten van sponsor Rabobank. En als de kijker het op prijs stelt, kan de Rabobank later nog eens contact met opnemen. Naast de red button in 'My First Home' maakt de Rabobank ook een commercial waarin de red button-applicatie wordt gebruikt. Voorlopig is de red button dienst alleen toegankelijk voor UPC-abonnees met een mediabox. Na evaluatie bepaalt RTL Nederland of het product definitief in het commerciële aanbod wordt opgenomen.

Nu YouTube aan alle kanten voor de rechter wordt gedaagd, ontstaan YouTube-achtige videosites die rugdekking hebben van grote tv-concerns. Een zeer sucesvol voorbeeld in Duitsland is MyVideo.de, waaraan ProSiebenSat.1 deelneemt (een soort Uitzendinggemist). RTL probeert zijn eigen videoportal neer te zetten: Clipfish.

In januari bereikte MyVideo.de 713 miljoen page-impressions. Daarmee is het in Duitsland al de vierde website(!), na T-Online, Yahoo en Mobile.de. De tv-zenders hebben goud in handen: waardevolle content én bewegende beelden. Een succesvol ProSiebenSat.1-programma als Germany’s next topmodel rolt met minimale kosten door naar internet. Daar zijn de highlights en allerlei extra’s te zien, zoals backstageclips en castingvideo’s. Het zijn de dwarsverbanden tussen tv en internet die het écht interessant maken voor marketeers. Sinds maart biedt onlinemarketingbureau SevenOne Interactive de mogelijkheid om op MyVideo.de in de juiste context videoadvertenties te plaatsen.

Tenslotte heeft YouTube recent haar mobiele site gelanceerd. De site zal ongeveer 800 video’s bevatten die door YouTube zelf bepaald zullen worden. Om je eigen filmpjes direct vanaf je mobieltje te uploaden naar YouTube moet je eerst wel even een account aanmaken. Klik hier voor de mobiele versie.

dinsdag 12 juni 2007

Verslag DME deel 2


Hieronder bespreek ik weer 2 sprekers die vorige week op DME stonden. Als eerste Jim Stolze van Marketing Podcast.nl,
en vervolgens de heren (ben hun namen helaas kwijt) van Emma-nl.

Jim Stolze is een bevlogen podcast discipel en verbaast zich over het feit dat het succes van podcasting in grote delen van de wereld niet in Nederland wordt opgepikt. Onderzoek van de American Advertsing Federation zegt dat podcasting binnenkort verantwoordelijk zal zijn voor 8% van de advertentiebestedingen van Web 2.0 media (na Search, Video en blogs). Kon deze cijfers nergens terugvinden en heb zelf ook nogal wat vraagtekens bij deze cijfers.

In iedergeval is Podcasting een ultiem pull-medium. De consument vind jouw merk of product zo interessant of cool dat ie zich graag abonneert op alles wat jij als adverteerder te zeggen hebt. Beter kan je haast niet wensen toch?
Hoe kan je dan je merk verbinden aan een podcast? Jim geeft 4 mogelijkheden:
1. Commercial voor en/of na de podcast
2. Podcast is powered by...
3. Thanks to
4. Do it yourself (DIY)
Om het podcasten als adverteerder te gaan inzetten heeft Jim de volgende adviezen:
-Start met een Pilot
-zorg vor gode kwaliteit
-praat niet over ROI

Tenslotte nog een aantal goede voorbeelden van bedrijven die gebruik maken van podcasting:
The moneyclip van Scotiabank
En The American Family podcast van Whirlpool

Update. Bizner bank biedt nu podcasts aan die Ben Tiggelaar speciaal voor hen heeft ingesproken

Uiteraard is zijn verhaal geheel na te luisteren als podcast via zijn site. De Vodcast is hier te zien.

Volgende verslag gaat over Emma-nl. Emma-nl is het keurmerk voor professionele e-mailmarketing. De E-mail Marketing Associatie Nederland behartigt de belangen van bedrijven die e-mail verzenden en als marketinginstrument inzetten en de belangen van bedrijven die daarbij faciliteren.
Zij gaven een aantal interessante tips. Een daarvan is belangrijk voor adverteerders die vaak gebruik maken van (externe) databases.
Waarom komen mijn emails niet aan?
-geen opt-in bestand gebruikt
-geen actuele database => teveel bounces
-verkeerder sender ID
-zender maakt teveel connecties => teveel mails tegelijk uitgezonden
-email valt in spamfilter van ontvanger
-ontvanger heeft email als ‘ongewenst’betiteld

Bij retries van soft bounces (mailbox vol, technische storing) is het effectiever om dat 5 keer in bijvoorbeeld 5 dagen te doen dan 10 keer per uur. Klinkt logisch maar blijkt men in de praktijk vaak nog niet te doen.

Emma-nl gaf ook nog mee dat voor BtoB email marketing opt-in NOG geen vereiste is maar dit zal zeer binnen kort worden ingevoerd. In tegenstelling tot de BtoC communicatie zal er geen overgangsperiode plaatsvinden dus BtoB mailers opgelet!
Tot zover weer twee sprekers. Hoop de overige sprekers snel hier de revua te laten passeren.

Playstation blog: neemt Sony klanten serieus?


Sony heeft denk ik een goede stap genomen en is sinds gisteren officieel gestart met een PlayStation weblog. Dit is groot nieuws binnen de gaming community, want het is voor het eerst dat één van de drie console bedrijven (Microsoft, Nintendo, Sony) nu een officieel weblog is gestart. Wat is Sony van plan met de PlayStation.Blog?

In de woorden van Patrick Seybold, Senior PR manager bij SCEA:
PlayStation.Blog is a bit of work in progress, we see it as a place where we can share with you our company’s collective insights, opinions and perspectives on all things related to SCEA, PlayStation and the industry we play in. At the moment, we’re thinking about sharing all sorts of things here, ranging from product news and title announcements to developer updates and industry opinion posts – all of which will come straight from the people here inside SCEA who are working, thinking and playing with this stuff every day. [...] Now, what we’ve learned, perhaps the hard way, is that a blog like this is really about you and the things you want to hear, share and discuss with us. With that in mind, you’ll notice that comments are enabled – and encouraged – so tell us what you want to see here and we’ll do our best to make it happen.

Inmiddels stromen de (positieve) reacties binnen en is het de grote vraag wat Sony in de nabije toekomst gaat doen met alle ontvangen feedback, commentaar, vragen en verzoeken. Er ligt veel druk op Sony en de verwachtingen voor de PS3 zijn torenhoog. Microsoft’s Xbox 360 en Nintendo’s Wii zijn sterke concurrenten en er is in afgelopen tijd veel kritiek geweest op Sony en de PS3. PlayStation.Blog zou hierdoor weleens belangrijker kunnen worden dan gedacht. Sony kan hier reageren op alle kritiek, gemaakte keuzes toelichten en luisteren naar wat gamers vertellen. Ik denk dat dit en hele goede stap is zolang ze maar open en eerlijk communiceren en de feedback van gebruikers serieus nemen.

Via Marketingfacts

zondag 10 juni 2007

Goede (eerste) stap Universal?



Universal en Buzzcapture gaan samenwerken zo staat op MediaOnderzoek.nl. Buzzcapture zegt inzicht te verschaffen in de perceptie van consumenten over merken en producten door systematisch alle meningen die op het internet staan te monitoren en te rapporteren. Verder kan eventueel (?!) namens bedrijven pro-actief deelgenomen worden aan deze discussies.

Het doel van de samenwerking tussen UM en Buzzcapture is om merken bewust te maken van de groeiende impact van social media (blogs, chatsites, forums, nieuwsgroepen) op producten, reputatie en imago. Middels inzichten van Buzzcapture kan Universal Media haar adverteerders op strategisch vlak beter advies geven t.a.v. media-inzet en bijvoorbeeld PR-beleid (?).

Goed dat Universal beseft dat je je als mediabureau moet verdiepen en specialiseren in online kennis dat verder gaat dan de button en de banner alleen. Maar met alleen monitoring & reporting van de buzz rondom een merk of product red je het natuurlijk niet. En is dit een expertise die een mediabureau moet aanbieden? De vraag is wat mij betreft wat ga je doen met de uitkomsten ("eventueel deelnemen aan discussies"?)? Hoe ga je de verschillende Web 2.0 mogelijkheden als communicatiekanaal inzetten? Wat hebben ze te bieden en aan welke doelstellingen dragen ze bij? En hoe verhoudt zich dat in effectiviteit en kosten t.o.v. andere mediakanalen? Dat lijkt me meer de richting waar een mediaburau in zou moeten investeren dan het rapporteren van de buzz.

vrijdag 8 juni 2007

Digital Marketing Event


Ik was dinsdag en woensdag hele dag op het Digitale Marketing Event (DME) en was erg verrast over de interessante sprekers die daar aanwezig waren. Heb onder tropische omstandigheden veel sessies bijgewoond maar dat maakte het niet minder boeiend. Hieronder het eerste verslag van een drietal sprekers:

Eerste spreker die ik heb gezien was Egbert Jan van Bel. Hij is de auteur van het binnenkort te verschijnen boek Kloteklanten.
Egebert Jan heeft grootschalig onderzoek gedaan naar de verhoudingen (goed en slecht) tussen bedrijven en hun klanten. Het onderzoek vond plaats onder 5.500 consumenten en veldonderzoek naar duizenden ervaringen.
Hij ziet een veschuiving van CRM naar CMR: Customer Managed Relations. Oftewel de klant moet aan het roer staan. Betrek hem erbij (co creation) en zorg dat je je klanten kent. Geef je klanten aandacht en stel je open. Klinkt misschien allemaal als een open deur, maar gebeurt blijkbaar nog erg weinig in de praktijk. In zijn boek zal uiteraard dieper op de uitkomsten uit de praktijk worden ingegaan.

Serge Femenko – Novotex
novocortex b.v. is een bureau voor interactieve marketingen. Zij creëren dus interactieve reclamecampagnes (o.a. voor de Rabobank).
Serge ziet voor de marketing van morgen vooral een rol weggelegd voor UGC, Social networks, SMS en Blogs en co-creation. Als voorbeld noemde hij Lego Factory

Hier kan de consument zijn eigen pakket samenstellen en afnemen. Mocht blijken dat dit pakket succesvol is dan zal Lego dit ook zelf in productie gaan nemen en voor iedereen beschikbar stellen. Hiermee luistert Lego dus hel duidelijk naar de wensen van de klant en betrekt hem bij het productie proces. Mooie case.
Ander voorbeeld van het betrekken van consumenten bij je merk is de OMO Buitenspeelbond

Inspelend op de obesitas discussie wil OMO het buitenspelen stimuleren met allerlei spelletjes die gespeeld kunnen worden. Uiteraard worden kinderen opgeroepen zelf spelletjes te bedenken en zelf cubjes op te richten. De OMO Buitenspeelbond heeft inmiddels meer dan 200.000 leden! Een groot succes dus.

De vraag rijst dan waarom consumenten zo graag illen meedoen en content maken? Serge gaf daarvoor een 5 tal redenen aan:
1. status
2. betrokken bij het merk
3. invloed kunnen uitoefenen op het merk/product
4. winnen van geld of prijzen
5. gewoon leuk

Hoe kan je dat als adverteren dan het beste faciliteren:
1. geef een duideijke opdracht
2. geef ze een platform en gereedschappen om het laagdremmelig te houden
3. mooie prijzen
4. opdachten in woorden zijn laagdremelliger dan beelden (foto’s, video’s)
Om in inschatting te krijgen van het eventuele succes gaat hij er van uit dat circa 10% van de bereikten mee zal kijken en 1% daadwerkelijk inzendt/meedoet

Heel insprirerend was de sesie van Erwin Blom. Blom is hoofd van de afdeling Digitaal van de VPRO en als zodanig verantwoordelijk voor nieuwe media bij de VPRO. VPRO is erg actief op dit vlak met de prachtige muzieksite 3voor 12, 4 digitale themakanalen, VPRO op je mobiel en veel sites en blogs.
Ook Erwin brak ook een lans om het publiek centraal te stellen. Deel je kennis en maak gebruik van de deskundigheid van het grote publiek. Hij gaf tal van voorbeelden van UGC-sites waar de consument zijn eigen dingen creeert en deze deelt met anderen.

Hij noemde een groot aantal sites die de consument helpen dit alles te creeren. Ik noem er een paar interessante:
Surveymonkey: stel je eigen onderzoek samen
Mindmeister: coolectief problemen oplossen
Wetpaint: software voor wiki’s
Del.icio.us: favorieten samenstellen
Netvibes : persoonlijke startpagina maken
Google reader: jouw favouriete feeds gecentraliseerd

Blom is nog het meest enthousiast over zogenaamde Mashups een van de snelst groeiende Web2.0-fenomenen op dit moment. Mashups zijn innovatieve websites die twee of meer bestaande, externe databronnen op het internet combineren, met als resultaat nieuwe informatie. Paar voorbeelden daarvan:

Buurtlink : koppelt bijvoorbeeld Flickr, Marktplaats, Funda, Google Maps etc aan elkaar op basis van je postcode
Misdaad.nl : geeft een overzicht van de misdaden die onlangs in je buurt zijn gepleegd
Hypemachine: Portal voor alles m.b.t. tot muziek.
De consument gaat dus steeds meer zelf zijn informatie behoefte samenstellen. Moraal van het verhaal voor adverteerders: Faciliteer, Modereer en Communiceer!
De presentatie van Erwin is hier terug te vinden.
Tot zover de eerste drie sprekers. Meer verslagen zullen volgen de komende dagen.

dinsdag 5 juni 2007

Eerste Mobile Monday


Ik was gisteren bij de eerste editie van Mobile Monday Amsterdam (MoMo). Was insprirerende bijeenkomst met goeie sprekers zoals Erik de Zwart van Tunin FM, Dennis Hettema van OP3 en Jyri Engeström van Jaiku. Vanuit de zaal was er veel interactie niet in de laatste plaats door het zogenaamde backchannel. Dit is een groot scherm waarop mensen uit de zaal kunnen reageren (Microblogging). Naast de mensen inde zaal kunnen zelfs mensen die niet fysiek aanwezig kunnen zijn via sms of mail commentaar op de presentatie gegeven (vaak heel flauw), serieuze en kritische vragen stellen of oplossingen geven. Dit maakt elke presentatie nog veel spannender (zeker voor de betreffende spreker), vaak ook interessanter, voor veel meer mensen toegankelijk, maar leidt ook wel erg af.

Een uitgebreid verslag met clips van de sprekers zal op korte termijn op mobilemonday.nl te zien zijn.

De highlight van MoMo was toch wel de presentatie van Jyri Engeström van Jaiku.
Volgens Engeström sterven online sociale netwerken uit omdat ze niet genoeg focussen op ‘what makes them tick’. Het moet bij netwerken altijd draaien om bepaalde ’sociale objecten’. Het sociale object in MySpace is bijvoorbeeld muziek en het sociale object van LinkedIn zijn vacatures. Bij Del.icio.us en Flickr zijn het respectievelijk bookmarks en foto’s. Deze netwerken zijn daar dan ook geheel daar op afgestemd.

Engeström gaf 5 tips voor een succesvolle sociale site:
- Bepaal je sociale object (foto's, muziek, video's etc.).
- Stem de taal die je gebruikt daarop af, zodat het voor de bezoekers ondubbelzinnig duidelijk is waar het om gaat.
- Maak de content deelbaar. Minimaal vereist is een duidelijke permalink. Denk aan YouTube waar de URL’s van de filmpjes prominent in beeld zijn. Jaiku heeft dat i.t.t. Twitter inderdaad doorgevoerd.
- Maak van een uitnodiging voor een netwerk een gift. Dat is een les die Engeström leerde van Reid Hoffman, de oprichter van PayPal en LinkedIn. Zorg dat een geinviteerde meteen doorheeft dat hij er ook echt wat aan heeft om lid te worden.
- Laat niet de toeschouwers betalen, maar de publishers. Oftewel: degenen die het netwerk gebruiken om er zaken van zichzelf te laten zien.

De vraag die Engeström zichzelf stelde was hoe het succesvolle bloggen overtroffen zou kunnen worden. Een nieuwe dienst moet dan zijn:
- simpeler
- goedkoper
- laagdrempeliger

Microbloggen zou daar aan voldoen omdat de microblogger niets hoeft te installeren en dus ook geen last van blogstress (‘ik moet elke dag wat posten’) heeft. Er zijn immers maar hele korte postings mogelijk en men zal dus geen doorwrochte verhalen verwachten. De variatie aan input- en outputmogelijkheden (IM, mail, RSS en vooral mobile) maken de dienst daarnaast erg makkelijk in gebruik.

Via blogs en YouTube filmpjes zijn we aangeland bij de 140 karakters tellende microblog-postings die onregelmatig en voordurend geplaatst worden. Engeström noemt de trend naar microcontent ‘the starbuckerization of nearly everything.’ Vroeger ging je in een etablissement zitten en bestelde je koffie, die met alles erop en eraan op een dienblad geserveerd werd. Nu haal je bij Starbucks een beker die je onderweg leegdrinkt.

Zo is het ook met netwerken, aldus Engeström. Je kunt naar MySpace gaan om profielen te bekijken op een website. Je kunt ook onderweg op je mobiele telefoon updates van je vrienden bekijken. Microcontent-to-go als het ware.
Heel benieuwd hoe dit microbloggen uiteindelijk opgepikt wordt!
Met dank aan Contentcantina

vrijdag 1 juni 2007

NIEUW: Jumbo Boeings transavia.com


Passagiers van transavia.com kunnen deze zomer terechtkomen in een toestel dat helemaal in de kleuren van supermarktketen Jumbo is gestoken. Transavia.com bestickert drie Boeing 737-800’s met de naam en beeltenis van de supermarktketen. Ook maakt Jumbo reclame op de stoelen, in folders in de stoelzakken en door middel van videofilms.

Het is redelijk uniek dat transavia.com een toestel voorziet van de kleuren van een dergelijk bedrijf. “Voorheen hebben we wel logojets gehad voor de Staatsloterij, de ANWB en natuurlijk voor onszelf, maar nooit drie tegelijk”, volgens Transavia op Luchtvaartnieuws.nl..
De keuze om met Jumbo samen te werken is bewust gemaakt. “Beide bedrijven bieden hun klanten een kwalitatief hoogwaardig product tegen een lage prijs, en daarbij wordt niet bezuinigd op aandacht voor de klant”.

Met de Jumbo-folder in de stoelzakken kunnen passagiers bij terugkomst in Nederland een gratis appeltaart halen bij de lokale Jumbo supermarkt.
De toestellen vliegen komende zomer op het reguliere netwerk van transavia.com

Denk dat beide partijen goed bij elkaar passen qua uitstraling en doelgroep. Vind het daarnaast goed dat ze de communicatie in het vliegtuig zoveel mogelijk integreren in de beleving van het moment EN (niet onbelangrijk) de consument met een sympatiek gebaar de winkel in proberen te krijgen met gratis appelgebak (hoeveel bonnetjes zullen er ingeleverd worden??). Ben ook heel benieuwd wat dit allemaal mag kosten...